Kenmerken
De kastanjebloedingsziekte wordt veroorzaakt door een bacterie die de bast infecteert. Hierdoor verschijnen kleine roodbruine vlekken op de bast waaruit vloeistof kan druppelen. Deze vloeistof verspreidt zich over stam en takken en geeft zwarte vlekken. Het bastweefsel wordt aangetast waardoor scheuren in de bast ontstaan. De boom probeert de ontstane wonden te overgroeien.
Mogelijke gevolgen
Bij zwaar aangetaste bomen valt de conditie sterk terug en deze zullen uiteindelijk afsterven. Verzwakte exemplaren worden vaak door honingzwam geïnfecteerd. Kastanjebomen met een goede conditie hoeven niet dood te gaan aan een infectie kunnen herstellen.
De grote kastanjeboom aan het begin van ons terrein heeft een lichte vorm van deze ziekte, maar is verder gezond, dus hoeft voorlopig nog niet gerooid te worden. De aantasting aan de bladeren in deze boom is geheel onschuldig en komt door de bladmineermot.
Bestrijding
Er is nog onvoldoende bekend over deze bacteriële infectie waardoor er nog geen bestrijdingsmethoden bekend zijn.
Links: Kastanjebloedingsziekte aan de bast van de stam. Rechts: Onschuldige aantasting van het blad door de bladmineermot
Deze knobbelzwaan ligt nog heerlijk te slapen bij zonsopgang.
Slapende knobbelzwaan, foto Helen Lind (lid)
Kolibrie vlinder, foto Helen Lind (lid)
De kolibrie vlinder vind je bijna elk jaar op onze tuinen, vooral op de vlinderstruiken.
Voorkomen
Een vrij schaarse standvlinder die vooral in de zuidelijke helft van het land wordt waargenomen. De laatste jaren komen er ook steeds meer meldingen uit de rest van Nederland, tot aan de Waddeneilanden toe. Het aantal exemplaren per jaar wisselt. Pas op om deze rupsen te beschermen. Laat ze niet eindigen op de composthoop bij het “winter “klaarmaken van de tuinen. Veel rupsen worden dan per ongeluk op de composthoop gegooid!
Habitat
Diverse biotopen, waaronder ruderale terreinen en kruidenrijke graslanden.
Waardplanten
Vooral peen (ook de gecultiveerde vorm); daarnaast ook andere schermbloemigen, zoals bevernel, engelwortel, pastinaak en venkel.
Rups van de koninginnepage op de in het najaar nog bloeiende venkel. Foto van Helen Lind (lid)
Koninginnepage, foto van Bea Koetsier (lid)
Er komen veel verschillende soorten mezen voor op de tuin.
Op de linker foto zien we koolmezen en een pimpelmees samen aan de pinda-cake, op de rechter foto een koolmees en een staartmees.
De kool- en pimpelmezen zijn holen-broeders, of broeden in nestkasten.
Koolmezen en pimpelmees, foto van Helen Lind (lid)
Koolmees en staartmees, foto van Helen Lind (lid)
Het koolwitje (Pieris rapae of brassicae) dankt zijn naam aan de kool die ze verkozen hebben tot lievelingshabitat. Vroeg in het jaar komt hij ook voor op judaspenning en herderstasje, om zich later naar de kool te verspreiden.
De rupsen van het groot koolwitje voeden zich vooral met de buitenste koolbladeren en verorberen systematisch het bladgroen, enkel de zware nerven blijven over.
Remedie:
Door de koolplanten af te dekken met vliesdoek kun je het leggen van de eitjes voorkomen.
De kramsvogel geniet hier in de herfst van een lekker appeltje van eigen bomen.
Op onze tuin zijn veel verschillende (on)kruiden van nature aanwezig. De ene tuinder zweert erbij, de ander trekt ze liefst zo snel mogelijk uit de grond.
Voor wie geïnteresseerd is in de (geneeskrachtige) werking van kruiden en goed Duits spreekt, hierbij een heel mooi overzicht.