September/oktober is de tijd van de appel- en perenoogst. Maar hoe weet je nu wanneer er precies geplukt moet worden? En welke appels moeten als eerste op en welke kun je gerust nog maanden bewaren?
De oogsttijd van appels verschilt per ras en is afhankelijk van of het een warme zomer is geweest, de standplaats van de boom (zonnig/schaduw) en van de plaats in de boom (grote vruchten en vruchten aan de zonkant van de boom zijn eerder rijp). Kortom, zelfs als je het ras weet is het nog steeds lastig om een vaste oogsttijd aan te geven.
Gelukkig laten de appels zelf weten wanneer ze rijp zijn:
- Zomerappels, die je direct van de boom kunt eten, beginnen als ze rijp zijn te geuren en verkleuren vaak naar geel of krijgen een rode blos. Bij alle rassen worden de kleuren intenser tegen de tijd dat ze geplukt moeten worden.
- Als er veel valappels onder de boom liggen, let dan goed op. De boom laat aangetaste vruchten eerder los, maar als er ook gave vruchten liggen is het tijd om te plukken.
- Als een appel plukrijp is laat hij ook makkelijker los van de tak. Het steeltje van rijpe appels verkurkt, waardoor deze makkelijker breekt. Maak met de vrucht in de hand een knikkende beweging naar boven. Als het steeltje breekt en aan de vrucht blijft zitten zijn de appels rijp.
- Nog een laatste test. Snij een appel doormidden. Onrijpe appels hebben witte pitten en bij rijpe vruchten is de pit donkerbruin.
Na het plukken is de volgende uitdaging om de juiste eettijd van een appel te bepalen. De meeste appels zijn direct na de pluk nog helemaal niet op smaak. Proef dus regelmatig een appeltje om te weten of ze al lekker zijn.
Volgens de officiele tabellen van Frijns zijn bijvoorbeeld de 2 Bramley’s Seedling moesappels van het veldje waar we altijd open dag houden, rijp in september, maar pas eetbaar in december.