Vervelend en haast onvermijdelijk: slakken in je (moes)tuin. Elk jaar opnieuw duiken ze weer massaal op. Maar wat doe je ertegen? Velt, de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren, geeft 5 ecologische tips. Zo kun je je groenten en andere planten beschermen.
- Plaats hindernissen…
Waar slakken niet overheen kunnen. Denk aan fijngemaakte eierschalen en -schelpen, cacaodoppen, hennepstrooisel en koffieprut. Je kunt je groenten en andere planten ook beschermen door er een scherpe plastieken rand rond te plaatsen, zoals een plastic fles.
- Zorg voor je bodem
Slakken kunnen zich moeilijk verplaatsen op droge grond. Door herhaaldelijk oppervlakkig te schoffelen, droogt het bovenste laagje van je grond uit. Je kunt ook je bodem bedekken met een laagje droog, fijn grasmaaisel: dat beschermt je bodem en weert slakken.
- Laat kippen in de tuin werken
Houd er wel rekening mee dat kippen dikke slakken grondig beu raken en sommige kippen zelfs helemaal geen slakken lusten. Kippen houden is bij ons op de tuin verboden, maar vergeet de egels niet, die lusten ook erg graag slakken.
- Lok slakken met bruin bier
Graaf een bekertje in de grond – waarbij de bovenrand op gelijke hoogte komt van de grond – en vul dit met bruin bier. Plaats vervolgens een afdakje boven deze beker, zodat het er niet in kan regenen. De slakken komen af op de geur van het drankje (ze weten wel waarom!), willen er van drinken en vallen er in.
- Vang slakken met de hand
’s Avonds – met de zaklamp in de hand – of bij vochtig weer is het heel gemakkelijk om ze te spotten in de tuin. Deze slakken kun je verplaatsen naar een wild stukje grond in de buurt, maar wel ver genoeg zodat ze niet meteen terugkeren. Je kunt ze ook voeren aan je kippen of eenden.
Scherpe kleine snoeizaag van het Japanse merk Silky, een heerlijke zaag waarmee je eenvoudig door takken tot 10 cm diameter heen gaat.
Aan de beschrijvingen en tips op de website van Fruitpluktuin valt eigenlijk niet veel toe te voegen over snoeigereedschap.
Voor het normale snoeiwerk op onze tuin is een kleine snoeizaag en een goede snoeischaar en/of takkenschaar voldoende.
Belangrijk om ziektes te voorkomen is dat je het gereedschap tussen het snoeien van elke boom ontsmet. Dit kan bijvoorbeeld met spiritus en een oude theedoek.
De snoeitijd van de fruitbomen verschilt per soort vrucht. Steenvruchten (pruimen, kersen, nectarine, abrikoos) worden liefst aan het einde van de zomer, direct na de pluk, gesnoeid. Pitvruchten (appels, peren) in de winter, maar NIET bij strenge vorst.
Wintersnoei stimuleert de groei, zomersnoei remt de groei. Snoei te hard groeiende bomen liefst zo laat mogelijk in de winter, of in de zomer.
De sperwer is een kleine, snelle roofvogel uit de familie van de havikachtigen.
Hij is vrij schaars in Nederland, je ziet hem vooral in het Verenigd Koningkrijk en Frankrijk.
De grijze sperwer op de linker foto is een mannetje. De mannetjes zijn kleiner en jagen vooral op kleine zangvogels. De bruine op de rechter foto is een jong vrouwtje. Vrouwtjes zijn veel groter dan de mannetjes en jagen dan ook op grotere vogels, zoals lijsters en duiven.
Jong sperwer vrouwtje, foto van Helen Lind (lid)
Sperwer mannetje, foto van Helen Lind (lid)
De stippelmot of spinselmot (Hyponomeuta/Yponomeuta padellus) is een ware plaag. In korte tijd worden o.a kers, sierkers, appel, meidoorn, kardinaalsmuts of peer van hun groene bladeren ontdaan door de vraatzucht van de larven en rupsen.
Remedie:
Omdat de spinselmot eigenlijk alleen effectief met gif bestreden kan worden dat giftig is voor bijen en andere insecten, blijft voor onze moestuin alleen het in een zo vroeg mogelijk stadium wegknippen van de aangedane takken over. Gelukkig herstellen de planten zich meestal in de loop van de zomer en krijgen opnieuw blad.
De spreeuw heeft allemaal zilveren hartjes op zijn borst, mooi he?
Spreeuw, foto Helen Lind (lid)
Staartmees en koolmees, foto Helen Lind (lid)
De staartmees maakt een heel fijn gevlochten ovaal nestje van duizenden veertjes en korstmos (als dat voorhanden is). Het nest is elastisch en groeit met de vogels mee.
Kijk maar eens goed naar die kleine snaveltjes. En daar moet je dan een nest mee vlechten, knap toch?
Staartmezen, foto Helen Lind (lid)
Op onze tuin komen de volgende vogels als standvogels voor:
Op Waarneming.nl vind je de meest actuele lijst van alle vogels die ooit op ons complex zijn gesignaleerd. In september 2019 telde de lijst al maar liefst 61 soorten.