Natasja, oktober 2020.
Voor het eerst was ik jaloers op mensen met een tuin. De covid-19 bracht met zich mee, dat mijn balkonnetje van 120 x 80 cm voor mij niet meer voldoende was. Het weer was prachtig begin dit jaar en eigenlijk kon ik alleen binnen zitten en werken. Het was al langer mijn wens om een moestuin te hebben. Dus heb ik mij ingeschreven bij de vereniging.
Wat schetste mijn verbazing? Binnen heel korte tijd had ik een tuin. Zo kwam het dat ik op een zaterdagochtend met Beppie over de tuin liep en uiteindelijk stopte bij een tuin met daarop op een kasje. Die tuin bleek mijn tuin te zijn. Wat fantastisch! Ik wilde graag een tuin met een kas. En op die zaterdagochtend was ik ineens de huurder van zo’n tuin. Daarnaast had ik 1 perenboom, 1 pruimenboom en 2 appelbomen. De grond leek op een dor woestijnlandschap, uitgedroogd met scheuren erin. Wanneer ik probeerde de grond om te spitten, kwam ik niet eens de grond in. Maar wat maakte het uit? Ik had een tuin.
In de week daarna heb ik samen met een Cor een groot zwart zeil over de tuin gelegd. Inmiddels had ik een plannetje bedacht hoe de tuin eruit moet komen te zien. Ik heb 2 boeken besteld. Eén boek over “natuurlijk moestuinieren” en een boek over “de mooie moestuin”. Ook struinde ik het internet af over hoe je dat nu eigenlijk doet, een moestuin. Alle kwekerijen heb ik op internet bezocht en ik ben naar Vreekens geweest. Inspiratie en ideeën genoeg.
Ik wilde in ieder geval een tuin waarin bloemen, kruiden en groenten gecombineerd worden.
Mijn grootste wens was om Dahlia’s in mijn tuin te hebben. Dus die ben ik al eerste gaan kopen en planten. Dat laatste was nog een avontuur op zich. Ik heb de helft van de het zeil teruggeslagen en ben begonnen. De grond was zoals gezegd keihard. Met een schepje heb ik gaten in de grond gemaakt. Eerst gemarkeerd waar de bollen moesten komen. Toen water er op, even wachten. Gat proberen te maken. Nog wat water, weer even wachten en zo door totdat de bol op voldoende diepte in de grond kon. Toen ik dit uiteindelijk de bollen geplant had, bleek dat ik had moeten kijken wat de bovenkant van de bol was. Geen flauw idee. Ik heb lang gedacht, dat ik de bollen onderste boven gepland had. Inmiddels heb ik ontdekt, dat planten, bollen en zaden tijd nodig hebben om aan te slaan in de kleigrond.
Ook nog zo’n gevalletje. Bij de tuinen staan gedeelde regentonnen. Ik heb de ton bestudeerd en ik kon niet vinden hoe ik water af zou moeten tappen. Ik heb 2 gieters, een kleine kindergieter en een grote mensen gieter. Nu had ik al bedacht, ik doe de kleine kindergieter in de ton, en “hoera!” er komt water in. Zo heb ik in eerste instantie water gegeven. Ik had nog niet veel planten staan. Dus dat ging mij goed af. Al moest ik wel veel heen en weer lopen met die kleine schattige blauwe kindergieter. Op een dag had ik ineens mijn eigen eureka moment! Ik kon die grote gieter ook gewoon in het water dompelen, en ja ook dan komt er water in de gieter. Wat een feestelijk ontdekking!! En tegelijkertijd ook zo ENORM SUF!!
Dat ik iets met de grond moest doen was al snel duidelijk. En ik wilde eigenlijk te snel. Binnen enkele weken had ik de hele tuin openliggen, klaar om bewerkt te worden. De buurman heeft nog geprobeerd een stukje grond te frezen, maar de grond was simpelweg te hard. Hij heeft daarna een stukje omgespit (Buur nog dank daarvoor!), maar ik zag het niet zitten om heel de tuin om te gaan spitten. Ik las over mulchen en grond afdekken. Daarmee ben ik in de eerste weken druk geweest. Ik heb redelijk wat zakken met houtsnippers over de tuin gestrooid, en ook stro leek mij een goed idee. Stro bleek al snel niet het handigste materiaal te zijn om mee te mulchen. Ik heb gedurende het hele seizoen verschillende grassen op mijn landje gehad. Houtsnippers daarentegen werkt goed. In eerste instantie dacht ik houtsnippers te gebruiken als pad, maar al snel heb ik houtsnippers op de plantvakken gelegd. In de loop van de maanden merkte ik, dat de grond onder die houtsnippers steeds beter bewerkbaar werd.
Op mijn tuin stond dit jaar een overvloed aan stokrozen in allerlei kleuren, Oost-Indische kers en goudsbloem. Die laatste 2 planten had ik ook nog in zaadvorm gekocht. Dat was achteraf niet nodig. Maar ik geniet van de kleurenpracht, die deze bloemen met zich meebrengen. Net als de lathyrus en de ijzerhard die nu ook veel bloemen gaan geven. Net overigens als de zonnebloemen, het komkommerkruid, de kaasjeskruid en …… de dahlia’s, want er komen er, tot mijn grote verrassing, toch een aantal op!
Nog even terugkomend op die stokrozen. Dat doet mij denken aan al het leven op mijn tuin. De slakken, die al mijn courgetteplanten opaten. Diezelfde slakken die ook al mijn pompoenplanten opaten, behalve 1, die nu pas vrucht geeft. De herten, die ik niet zag, maar wel hun poep achterlieten. De vele kevers die de stokrozen gebruiken als broedplaats. De bijen, die zich te goed deden aan allerlei bloemen, en die in slaap vielen op de stokrozen als ze helemaal verzadig waren.
Wat mij ook bij blijft van dit eerste tuinseizoen zijn de medetuinders. Ik kreeg verschillende plantjes. Zo kreeg ik van de overbuur pronkbonen. Wat ontzettend mooi! Rode bloemen, en rode bonen. Prachtig. Ik kreeg plantuitjes, tomaten-, komkommer-, aardbeienplantjes en ga zo maar door. Dat heeft er zeker aan bij gedragen, dat ik dit jaar al kon oogsten van de tuin. Dank!!
Niet de vergeten de hulp van Sylvia. Zij snoeide in 1 ochtend de pruimenboom, zodat deze weer lekker luchtig geworden is en de winter in kan om nieuwe kracht op te doen.
Inmiddels is het oktober. Ik heb aardig wat kunnen oogsten van de tuin; bloemen, groenten, zaden en kruiden. Het onkruid doet heel goed zijn best op mijn tuin. Dat vind ik een grote strijd. Los daarvan wil ik ook niet alle onkruid weg, want bijvoorbeeld van hondsdraf maak ik tinctuur voor “hoofden vol met snot”.
Sinds de langste dag op 21 juni is het heel snel donker geworden. Waar ik normaal tot 22.00 uur op de tuin kon werken, kan ik nu nog tot 19 uur. Dat zal steeds vroeger worden. En dat is zoeken naar een nieuwe tuinbalans. Dat vind ik mooi om te ontdekken. Naast de energie die ik van de tuin krijg, geeft de tuin mij ook bewuste aandacht voor het ritme van het jaar.